Het Japanse woord voor kat is neko. Prima naam, gemunt door een volk dat gek is op katten.
Voor winkels en restaurants in Japan wordt je overal begroet door katten met opgeheven pootjes, de zogenaamde maneki-neko (招き猫). Deze brengen geluk. Volgens de legende maakte een landheer eens een ommetje, toen hij een kat ontwaarde die hem met haar pootje scheen te wenken. Daar moest hij meer van weten. Nieuwsgierig stapte hij op het beestje af. Op dat moment sloeg de bliksem in op de plek waar hij zojuist had gestaan. Vandaar de maneki-neko, wat zoveel betekent als wenkkatjes.
Op een aantal van de afbeeldingen hierboven zie je katten in mensengedaante, zogenaamde nekomata. Het verhaal wil dat katten van een zekere leeftijd een nieuwe staart krijgen en daarna op twee benen kunnen lopen en praten. Zodoende.
Nog een fraai kattenverhaal is dat van de samurai generaal Shimazu Yoshihiro. Zoals bekend zijn kattenpupillen zeer gevoelig voor zonlicht. Overdag zijn ze heel klein, 's nacht heel groot, reden waarom katten zo goed in het donker kunnen jagen. Yoshihiro leefde in een tijd zonder horloges. Toch had hij een manier nodig om de tijd te kunnen meten. Dus nam hij zeven katten in dienst die hem daartoe in staat stelden. De grootte der pupillen vertelde hem wanneer hij zijn troepen in de strijd moest werpen. Helaas overleefden slechts twee van de katten de militaire dienst. De zeven dappere strijders werden goddelijk verklaard. Tot op de dag van vandaag kun je ze bewonderen in Nekogamijinja, de tempel van de goddelijke katten.
Ook op het visserseiland Tashirojima bevindt zich een kleine maar beroemde nekojinja of kattentempel. De bewoners kweekten aanvankelijk zijderupsen en hielden katten om de muizen in toom te houden. Die waren klaarblijkelijk verzot op zijderupsen.
Gaandeweg werd de visserij belangrijker en vissers van naburige eilanden overnachtten vaak op Tashirojima. De katten zochten de visserslui op in de herbergen en bedelden daar om voedsel. De vissers waren dol op ze en bestudeerden hun gedrag nauwkeurig; daaruit meenden ze af te kunnen leiden wat voor weer het de volgende dag zou worden en waar de vis zich bevond.
Op zekere dag verzamelden ze stenen om hun netten mee te verzwaren, toen een zwerfkat dodelijk werd getroffen door een rotsblok. Het beestje werd met alle eer begraven en op de plek van het graf werd een tempel opgericht.
Bestudeer de afbeeldingen nauwkeurig; is de liefde voor katten aangeboren of aangeleerd? Ik zou zeggen: het zit in de genen. Wij mensen zijn voorbestemd om de kat lief te hebben!