Even voorstellen: dit is Carlos. Hij werd geboren op een landgoed in Minas Gerais, Brazilië en verhuisde op jonge leeftijd met Ana Luisa (zie foto) naar Nederland.
Let op de stand van zijn staart. Volgens felinologen zegt Carlos daarmee dat hij vriendjes wil worden. Wij spraken in de vorige post onze twijfels uit over deze 'vertaling', en vermoedden dat mensen de poezentaal niet naar waarde kunnen schatten, omdat ze, zoals dat zo mooi heet, 'op een andere golflengte zitten'. Om te testen of dit vermoeden klopt lieten we een asymptotische femtosensor ontwikkelen door MIT en Qutech. Hoe het ding werkt weten we niet, maar de meetresultaten hebben onze stoutste verwachtingen overtroffen. Want wat zegt Carlos hier werkelijk zo blijkt? Carlos:
"Ana Luisa, Ana Luisa, luister eens, ik heb een gedichtje voor je gemaakt.
No meio do caminho
No meio do caminho tinha uma gata
Tinha uma gata no meio do caminho
Tinha uma gata
No meio do caminho tinha uma gata.
Nunca me esquecerei desse acontecimento
Na vida de minhas retinas tão fatigadas.
Nunca me esquecerei que no meio do caminho
Tinha uma gata
Tinha uma gata no meio do caminho
No meio do caminho tinha uma gata
Vind je het leuk? Toe nou Ana Luisa, zeg eens wat!"
Geef toe, da's geheel andere koek dan het grofstoffelijke 'hij wil vriendjes worden'. Achter het uiterlijk van deze aartsluiaard, die volgens de 'hardwerrukkunde' Nederlandse buurman nog te lui is om een muis te vangen, gaat een fijnsbesnaarde poëtische ziel schuil, op zoek naar het kleinst mogelijke deeltje dat maakt dat de kat nog kat is, de minimale kat.
En let op: bij de analyse op Planckschaal van door Carlos in huis achtergelaten (snor)haren blijkt het hele gedicht daarop te zijn geholografeerd. Dus ophouden met zaniken over 'vieze' kattenharen alstublieft: het zijn je reinste kunstwerkjes.